(met dank aan Little-Wolf)

Geschiedenis: Ongeveer in het jaar 1800 werd er in het Engelse Staffordshire de voorouders van de AST gefokt. Dit was de Bull en Terriër. Dit ras was ook de voorouders van de Staffordshire Bull Terriër of beter bekend als de Engelse stafford. Eén van de voorouders van de Bull en Terriër was de Oud-Engelse Bulldog.

Oud Engelse bulldog
Andere rassen waaruit de Bull en Terriër is ontstaan, zijn verschillende terriërs. Vermoedelijk zijn dat Engelse Terriërs, mogelijk ook de Airedale Terriër en de Irish Terriër is er mogelijk ook ingefokt.



Engelse Terriërs / Airedale Terriër / Irish Terriër
Wat toendertijd belangrijk was voor de fokkers, was de vasthoudendheid en scherpte van de Terriërs en de uitzonderlijke vriendelijkheid naar mensen toe van de Oud Engelse Bulldog.
Beetje bij beetje werd alleen de Bull en Terriërs gebruikt voor de fok, zodat omstreeks 1860 een hond begon te ontstaan die aardig het uiterlijk kreeg van de Staffordshire Bull Terriërs die we nu kennen.
Toen in 1865 de burgeroorlog in Amerika eindigde, gingen industriearbeiders uit Engeland, Ierland en Schotland naar de Verenigde Staten. uiteraard werd de Bull en Terriërs meegenomen. Vanaf die tijd is de AST ontstaan als een appart ras. Er waren mensen die hun Bull en Terriërs gebruikten om het huis te bewaken en zich te verdedigen tegen de wolf en de coyote. Deze mensen wilden een grotere hond. De grote honden werden met elkaar gekruist en later werd nog de Airedale of Ierse Terriër er in gekruist.

Bull en Terriër
Bron: http://www.astch.nl/
Oorsprong: U.S.A.
Datum van de publikatie van de originele standaard: 03-09-1996
FCI classificatie: Groep 3, sectie 3 de Bull type terriers zonder werkproef
Algemene indruk: De Stafford geeft de indruk van een grote en sterke hond voor zijn maat, hij is heel compact en gespierd maar wel met mooie rondingen. Hij heeft geen lange benen of racy outline
Hoofd: Matige lengte maar wel diep.
Schedel: breed.
Stop: diep.
Neus: moet zwart zijn.
Snoet: matige lengte rond bij de neus maar valt in tussen de ogen.
Lippen: dicht en gelijk mogen niet los hangen.
Tanden: goed ontwikkeld onder kiezen moeten sterk zijn voor een goede bijtkracht en het moet een schaar gebit zijn.
Wangen: goed ontwikkeld en gespierd.
Ogen: donker , rond en diep in de schedel ver uit elkaar geen roze oogleden.
Oren: hoog aangezet mogen niet gecoupeerd worden en moeten worden gedragen als een roze oor.
Nek: sterk , licht gebogen van de rug tot de schedel, geen los vel en van matige lengte.

Het lichaam
Toplijn: recht en heel kort, licht aflopend in de croup wat ook mee gaat tot de punt van de staart.
Lendenen: kort en sterk.
Voorborst: diep en breed goed ontwikkelde ribben dicht tot de achter hand.
Staart: kort in verhouding tot het lichaam maar mag absoluut niet over de rug gedragen worden.
De hoekingen
De voorhand: voorhandhoeking; rechte benen met sterke bone wijdt van elkaar zodat de goed ontwikkelde voorbarst er tussen valt.
Schouders: sterk en gespierd met wijde schouderbladen.
Hoeking: recht.
De achterhand: achterhandhoeking; goed gespierd.
Hakken: recht en mogen niet naar binnen of buiten draaien.
Voeten: van matige grootte goed ontwikkeld en compact, de zogeheten kattenvoeten.
Gangwerk: steady en niet met rollende rug.
Vacht
Haar: kort, dicht en glanzend.
Kleur: elke kleur is toegestaan maar niet met meer dan 80% wit, black and tan en lever.
Maten
Schofthoogte: hoogte en gewicht moeten in proportie zijn. Voor de reuen is het 46-48cm en voor teven 43-46cm.
Fouten
De volgende fouten worden zwaar aangerekend:
Lichte neus
Verkeerd gebit
Lichte ogen
Roze oogleden
Te lange staart en verkeerde dracht
Nb; reuen moeten 2 goed ingedaalde testikels hebben!

Rasgroep 3