(met dank aan Marion)

De Bolognezer is een hondje uit de Bichon-groep, net als de Maltezer, Havanezer, Bichon Frisee, Coton de Tulear en het Leeuwhondje. De hondjes uit de Bichon-groep behoren tot de gezelschapshonden. De Bolognezer is intelligent en trouw aan zijn familie (gezin). Hij is vrolijk, speels en waakzaam. De Bolognezer kan goed overweg met andere honden en huisdieren. Ten opzichte van vreemden nemen sommige Bolognezers een afwachtende houding aan. De opvoeding verloopt over het algemeen probleemloos. Het zijn hondjes die gemakkelijk leren, en daarnaast graag iets voor de baas doen.
Vacht:
De vacht is altijd wit, lang, zeer dicht wat uitstaand vlokkig en in lokken liggend, maar hoeft niet geknipt of getrimd te worden. De verzorging van een Bolognezer is intensief. Regelmatig dient de snel klittende vacht uitgekamd te worden. Daarnaast zal de Bolognezer regelmatig in bad moeten om hem stralend wit te houden. De gehoorgang moet vrij worden gehouden van los haar en vuil. Het teveel aan haar tussen de voetzolen wordt weggeknipt als dat nodig is. Op de snuit is de beharing korter. Het haar moet het gehele lichaam gelijkmatig bedekken.
Hoofd:
Matig lang, met een gewelfde schedel. Hij moet een uitgesproken achterhoofdsknobbel en stop hebben. De bovenschedel ziet er breed uit, omdat de oren bij de aanzet rechtop staan. De lippen en snuit zijn bedekt met lang haar, op de neusrug iets korter.
Ogen:
Rond, donker, met zwarte oogranden en een levendige uitdrukking.
Oren:
hoog aangezet en rijkelijk behaard. Het oor moet voor de helft naar voren hangen.
Gebit:
Schaargebit.
Lichaam:
Rechte rug, matig lang, goed ontwikkelde borstkas, goed gewelfde ribben, brede, iets hellende croupe.
Ledematen:
Korte en rechte voorbenen, tot aan de voeten bedekt met fijn haar. Zowel de voor- als achterhand is goed gehoekt.
Voeten:
Zwarte voetzolen en nagels.
Staart:
De staart wordt gebogen over de rug gedragen en is overvloedig behaard.

Rasgroep 9