(met dank aan Lieke)
Sable
Algemeen
In de loop der jaren hebben veel mensen getracht de herkomst van de Langharige Collie te achterhalen. Tot op de dag van vandaag is het zelfs zeer bekwame onderzoekers nog niet gelukt. Wat wel zeker is dat de Schotse Herdershond, of Collie, vanouds de schapen heeft gehoed in de Schotse Hooglanden.
Het ras is vroeger erg aan modeschommelingen onderhevig geweest, zodat er wat verschillen in uiterlijk ontstonden. De Britse Koningin Victoria was een groot liefhebster van de Collie, waardoor het ras een grote bekendheid heeft gekregen. De beroemde "Lassie" films, oorspronkelijk uit de jaren zestig, hebben de Colliefokkerij negatief beinvloed doordat vele mensen plotseling een hond als "Lassie" wilden hebben. Hierdoor werd het ras interessant voor vermeerderaars met louter financieel gewin voor ogen.
De naam
Omtrent de afleiding van de naam "Collie" bestaan verschillende veronderstellingen. Sommigen beweren dat deze afkomstig zou zijn van "coaly", wat "zwart" betekent. Of van "collar", wat "kraag" of "halsband" betekent. Uit een oude taal -het Gaelic- afgeleid, betekent de naam "bruikbaar".
Karakter van de Langharige Collie
In de rasstandaard wordt de Schotse Herdershond Langhaar omschreven als vriendelijk, zonder een spoor van nervositeit of agressiviteit. Ook zijn onverstoorbare waardigheid wordt expliciet genoemd. Deze omschrijving geeft echter onvoldoende weer waarin de Collie zich onderscheidt van andere herdershondenrassen.
De Schotse Herdershond is een zeer oud ras, dat vermoedelijk al in de Middeleeuwen de herders in de Schotse Hooglanden hielp hun kuddes bijeen te houden. De Collie kenmerkt zich dan ook door zijn uitgesproken hoeders- en drijversinstinct, dat hij met zijn hoge intelligentie en zijn sterke "will to please" graag weet vorm te geven.
Zijn nieuwsgierigheid en schranderheid maken de Collie tot een uitstekende werkhond. Hij heeft graag iets te doen, leert snel, is graag gehoorzaam, maar ook tamelijk zelfstandig, zodat de uitvoering van een opdracht wel eens wat slordig gebeurt. Deze onafhankelijkheid is kenmerkend voor deze herdershonden, die van oorsprong van hun herder een zekere ruimte kregen om eigen initiatief te tonen.
De Schotse Herdershond is erg gericht op de eigen baas. Dat heeft te maken met de hechte band die de herders vroeger in het isolement van de Schotse Hooglanden met hun honden hadden. Daar betekende "bezoek" veelal een bedreiging die met argwaan bekeken moest worden. Vandaar dat de tegenwoordige Collie iets gereserveerd mag zijn tegenover vreemden. Typisch voor de Collie is dat hij eerst even op afstand "de kat uit de boom kijkt", maar daarna iedere goedwillende bezoeker vriendelijk tegemoet zal treden. Deze natuurlijke gereserveerdheid heeft niets te maken met angst. Een Schotse Herdershond mag nooit nerveus of angstig zijn. Als hij ergens van geschrokken is, moet hij zich vlot en volledig herstellen.
De band tussen de Collie en zijn baas verklaart dat de Collie zeer gevoelig is voor de stemming van zijn baas. Dat betekent ook dat hij erg gevoelig is voor foutieve bestraffing. Zijn zeer goede geheugen maakt dat hij vrij lang "beledigd" kan lijken, maar het helpt hem aan de andere kant goed te onthouden wat hij eenmaal geleerd heeft.
De Schotse Herdershond is een uitstekende gezinshond. Zijn aanhankelijkheid, vrolijkheid en speelsheid worden hoog gewaardeerd. Zijn zachtaardigheid en verdraagzaamheid maken hem tot een groot kindervriend. Maar vaak wordt vergeten dat deze rustige, evenwichtige hond inderdaad HOND is. Want behalve lief, is de Collie ook trots en zelfbewust.
Hij heeft een goed ontwikkeld rangorde-besef. Dat maakt dat hij zich gemakkelijk aanpast aan het reilen en zeilen in het gezin waarin hij terechtkomt. Het maakt ook dat Collies geschikt zijn om in een roedel te houden. Ze zijn gemakkelijk met andere honden, maar laten zich ook weer niet "de kaas van het brood eten": Collies kunnen wel degelijk territoriumgedrag vertonen. Dat betekent dat ze wel oplettend, attent en waaks zijn, maar ze zijn nooit agressief.
De verdedigingsdrang zal men bij de Schotse Herdershond Langhaar in het algemeen in mindere mate aantreffen, omdat de wolf (de natuurlijke vijand van het schaap) al sinds A.D. 959 in Groot-Brittannie niet meer voorkomt.
Er zijn drie erkende kleuren bij de schotse herdershond:
Sable
Elke schakering tussen licht goudkleurig tot rijk mahonie of donkerbruin met zwarte haarpunten.
Lichte stro- of cremekleur hoogst ongewenst.
Sable
Tricolour
Overwegend zwart met rijke tankleurige aftekeningen aan benen en hoofd.
Een roestige tint in de bovenvacht is hoogst ongewenst.

tricolour
Blue merle
Overwegend helder, zilverachtig blauw met zwarte spikkels of gemarmerd.
Rijke tanaftekeningen hebben de voorkeur, maar het ontbreken daarvan mag niet bestraft worden.
Grote zwarte platen, leikleur of een roestige tint in boven- of ondervacht zijn hoogst ongewenst.

blue merle
Witaftekeningen
Alle bovengenoemde kleurslagen behoren in meer of mindere mate de voor de Collie typische witte aftekeningen te dragen.
De volgende aftekeningen hebben de voorkeur: witte kraag, geheel of gedeeltelijk, witte bef, benen en voeten, witte staartpunt.
Een bles op snuit en/of schedel is toegestaan.
In het algemeen geldt dat de Collie zich toont zich als een hond van grote schoonheid, die staat met onverstoorbare waardigheid, zonder dat een onderdeel in wanverhouding is met het geheel.
Lichaamsbouw en belijning verraden kracht en activiteit, zijn vrij van plompheid en zonder een spoor van grofheid.
De expressie is van het grootste belang. Deze wordt verkregen door het samengaan van schedel en snuit in perfecte balans, maat, vorm, kleur en plaatsing van de ogen, correct geplaatste en gedragen oren, daarbij de onderlinge verhouding tussen deze kwaliteiten in aanmerking nemend.
De Kortharige Collie
De Kortharige Collie is in Holland een zeldzaamheid. Wanneer hij in de literatuur wordt vermeld, dan is het summier. Daardoor is zijn bestaan veelal onbekend. Toch is hij juist aangewezen voor degenen die bezwaar hebben tegen lang haar en de daarmee verbonden verzorging. De rasstandaard voor de Kortharige Collie is eender als die voor de Langharige, met uitzondering van de beharing, die kort en dicht moet zijn.
Men vermoedt, dat de Kortharige Collie een enigszins andere oorsprong heeft dan de Langharige. Hij werd meer voor het drijven dan voor het hoeden van de kudden gebruikt. Daarvoor had men een hardere hond nodig, die nog minder eisen stelde, omdat het drijven van het vee van de afgelegen weilanden naar de drukke marktplaatsen met veel gevaren gepaard ging.
In een nest kwamen zowel lang- als kortharigen voor. Toen de langharige Collie in de mode raakte, gaf men de kortharigen weg, daar men zich niet eens de moeite gaf, deze groot te brengen. Zo scheidden zich de wegen; de Kortharige Collie bleef op de boerderijen en verrichtte zijn werk, de, Langharige Collie nam zijn intrek in voorname stadswoningen.
In landen, aan-gesloten bij de Federatie Cynologique Internationale is het kruisen van langharige met kortharige Collies niet toegestaan.
Bepaalde fokkers zijn van mening, dat de Kortharige Collie robuuster van aard is dan de Langharige, onvervalst, en dat hij zich zeer goed eigent om tot verdedigingshond te worden opgeleid. Bovendien schijnt de kortharige Collie, volgens sommige fokkers minder goed in roedelverband te houden dan de langharige Collie.

(die overigens ook in de drie kleuren sable, tricolour en blue merle verschijnt).
rasgroep 1