Voor een heleboel rassen zijn er in het verleden al gezondheidsinventarisaties gedaan. De onderzoeken die door Genetic Counseling Services zijn uitgevoerd, zijn als pdf te downloaden:
http://www.gencouns.nl/inventarisaties.php
De onderzoeken van de Raad zijn te bestellen (tegen betaling):
http://www.raadvanbeheer.nl/fokkerij-ge ... arisaties/
Bovendien lopen er momenteel ook nog enkele onderzoeken.
Uit de Raadar van september:
ONDERZOEK WETENSCHAPSWINKEL
De Raad van Beheer is gevraagd te participeren in de stuurgroep van een
onderzoeksproject dat door de Wetenschapswinkel van Wageningen UR in
opdracht van Stichting Dier & Recht wordt uitgevoerd. Dit project heeft als
doel om inzicht te geven in het voorkomen van erfelijke gebreken bij
rashonden vergeleken met zogenaamde look-a-likes (rashonden zonder
stamboom). Het onderzoek richt zich op Nederlandse populaties. Binnen de
rashonden wordt geprobeerd onderscheid te maken tussen honden die
worden gefokt conform het Verenigingsfokreglement en honden die niet
conform dit Reglement worden gefokt. Verder wordt er gekeken naar de
houding van de fokkers. Voor dit onderzoek zijn de Nederlandse Rottweiler
Club en de Vereniging van Fokkers en Liefhebbers van Duitse Herdershonden
benaderd om hun medewerking te verlenen aan dit onderzoek. De verwachting
is dat dit onderzoeksproject begin 2014 wordt afgerond. In overleg
wordt dan bepaald welke informatie op welke wijze naar buiten zal worden
gebracht.
En dit komt uit Raadar van augustus:
Onderzoek Ministerie naar schadelijke raskenmerken en erfelijke gebreken
Op 1 juni 2013 is aan de Universiteitskliniek voor Gezelschapsdieren het
project van start gegaan getiteld: ‘Incidentie van schadelijke raskenmerken
en erfelijke gebreken bij populaties van gezelschapsdieren: van handmatig
bewerkte veterinaire data naar geautomatiseerde incidentiemetingen’. Dit
project wordt uitgevoerd in opdracht van het Ministerie van Economische
Zaken en heeft als doel ziekteproblemen ten gevolge van de fokkerij van
honden en katten in kaart te brengen en oplossingsrichtingen te formuleren.
Hiermee kunnen betrokken (potentiële) dierhouders, rasverenigingen en
fokkers worden aangesproken op hun rol en verantwoordelijkheden in de
aanpak ervan. Het project omvat diverse fasen, waarbij de eerste fase een
pilot studie betreft waarin voor een viertal rassen de proportie van de
belangrijkste erfelijke ziekten en aandoeningen gerelateerd aan
raskenmerken wordt gemeten. Tijdens deze studie wordt tevens de basis
gelegd voor het geautomatiseerd verzamelen van veterinaire data voor de
vervolgfase van het project.
De aangewezen rassen waarbij de eerste, handmatige incidentiemetingen
zullen worden uitgevoerd zijn de Chihuahua en Franse Bulldog voor de
eerste periode van de pilot studie (november 2013) en de Labrador Retriever
en Perzische kat voor de tweede periode van dit onderzoek (april 2014).
Deze incidentiemetingen zullen plaatsvinden in eerstelijns dierenklinieken,
om een zo representatief mogelijk beeld van de algehele Nederlandse
populatie te verkrijgen. Het onderzoek in de eerstelijns dierenartsenpraktijk
wordt voorafgegaan door een algemene inventarisatie van de
ziekteproblemen bij de vier aangewezen rassen. Door middel van informatie
uit wetenschappelijke artikelen, veterinaire overzichtsboeken, rapportages
van rasverenigingen, genetische databases en interviews met specialisten
van de UKG wordt per ras een lijst met aandoeningen opgesteld die bij dat
ras voorkomen. Dit overzicht wordt vervolgens vergeleken met data uit het
patiëntenbestand van de UKG. De op deze wijze verkregen opsommingen
van aandoeningen resulteren uiteindelijk per ras in een selectie van
relevante orgaansystemen die vaak bij ziekte zijn betrokken en waarvoor in
de eerstelijns praktijken een incidentiebepaling zal worden uitgevoerd. De
incidentie wordt in een steekproef van de raspopulaties gemeten, waarbij
tevens onderscheid zal worden gemaakt tussen rashonden met een
stamboom en de zogenaamde look-a-likes.
De betrokken rasverenigingen en de Raad van Beheer hebben contact met
de onderzoekster en leveren een actieve bijdrage aan het onderzoek.