Hij Ãs me toch een potje klierig. Loopt de hele dag in van alles en nog niks te happen, moet altijd precies net dáár lopen, waar het minste plek is. Als je hem aanhaalt, wil hij de mogelijkheid steeds benutten om op je te klimmen. Hij kan me echt aan gaan staan kijken vanaf een afstandje, galopperend op de plek en heel hard blaffend. Hij liep zo keurig netjes naast de fiets zonder trekken, doetie nu ff niet. Bij álle commando's probeert hij te rommelen in de marge. De ondeugd spéttert ervan af in ieder geval.
Regelmatig moeten we op het moment ff de strijd aan. Zorgen dat ik win met aankijken, zorgen dat ik win met stoeien. Een mónster is het




