lunaquinty schreef:dit is onze eerste hond met kennelsyndroom, dus alle tips zijn welkom
ze is in 9 maanden enorm ver gekomen, maar we zijn er nog lang niet.
Ik vond er dit over, maar dat heb je vast zelf ook al gevonden.
Hoe wordt kennelsyndroom behandeld?
.
Om te beginnen: een hond zal nooit genezen van het kennelsyndroom. De schade die in de inprentingsfase is toegebracht kan niet ongedaan worden gemaakt. Het enige wat je kunt doen is zijn leven (en jouw leven met een hond die eraan lijdt) wat aangenamer maken.
Routine is in dit opzicht heel belangrijk. Omdat een hond met kennelsyndroom niet in staat is om met veranderingen in zijn routine om te gaan, moeten we die routine omschrijven, om te weten waar we zijn begonnen. Probeer de volgende vragen te beantwoorden:
.
1. Is de hond bang voor jou?
2. Is de hond bang voor andere mensen in jouw gezin?
3. Is de hond bang voor mensen in het algemeen?
4. Is de hond bang voor geluiden (stofzuiger, verkeer, enz.)?
5. Is de hond bang voor andere honden?
6. Bijt de hond als hij bang is?
7. Is er een situatie waarin de hond tamelijk tevreden en ontspannen is?
.
Zodra je de laatste vraag met “ja”, of “ik denk het wel” kunt beantwoorden, mag je gaan denken aan een aantal doelen die je wilt bereiken, maar wees niet te optimistisch. De methode die wij gebruiken om de hond te trainen wordt “shaping” genoemd (vorming via successieve benaderingen). Deze methode wordt gebruikt wanneer bepaald gewenst gedrag niet in één keer kan worden geleerd. Bij het shapen komen wij telkens een stapje dichter bij ons doel en wordt de hond gradueel gevormd.
.
Dit zouden dus onze doelstellingen kunnen zijn:
.
1. Ik wil dat de hond mij vertrouwt en bij mij op zijn gemak is.
2. Ik wil dat de hond mijn partner vertrouwt en bij hem op zijn gemak is.
3. Ik wil dat de hond mijn buren vertrouwt en bij hen op zijn gemak is.
4. Ik wil met de hond kunnen wandelen.
5. Ik wil de hond mee naar de dierenarts kunnen nemen.
.
Zodra je deze doelstellingen hebt bereikt, kun je aan volgende doelen gaan denken, maar nogmaals: wees niet te optimistisch.
.
Geef de hond zelfvertrouwen. Zet geen druk op de hond, geef hem de tijd om jou te leren vertrouwen. Beloon hem elke keer wanneer hij het gewenste gedrag vertoont. Wanneer jij bezig bent een band met de hond op te bouwen, laat je dan door niets en niemand afleiden, niet door de radio, niet door andere honden. Dring jezelf niet op aan de hond; laat hem naar jou komen wanneer hij daar klaar voor is. Beloon hem wanneer dat gebeurt. Bestraf de hond nooit! Negeer ongewenst gedrag.
.
Zodra (of als) je in staat bent om met de hond om het huis te lopen, en zodra (of als) dit een routine is geworden waar de hond redelijk aan gewend is, kun je de cirkel vergroten, beetje bij beetje, totdat deze nieuwe cirkel een routine is geworden.
Zodra (of als) het in de buurt wandelen geen probleem meer is, kun je proberen naar drukkere buurten te wandelen, maar overdrijf het niet. Vergeet niet dat het moeilijk voor de hond is om van zijn routine af te wijken en zijn vertrouwde omgeving te verlaten.
.
Wees niet bang om het op te geven. Dit is geen wedstrijd en je hoeft niet te winnen. Na alle pijn en moeite die je erin hebt gestoken, na al jouw geduld en frustratie, komt er een tijd dat je moet toegeven dat dit alles is wat er uit te halen valt, althans voorlopig.
.